Het jaar 1672 is de geschiedenis ingegaan als het Rampjaar. Zonnekoning Lodewijk XIV van Frankrijk en de bisschoppen van Keulen en Münster vielen ons over land aan, de Engelsen op zee. De kroniekschrijver Sebastiaan Centen uit Enkhuizen beschreef de angst en chaos in zijn stad. Ook noteerde hij een (kleine) Urker overwinning tijdens dit Rampjaar.
Nederland moest in het 1672 strijden op drie fronten. In het oosten roerden de bisschoppen van Keulen en Münster zich. Bommen Berend, de bisschop van Münster, begon aan een zegetocht. Binnen korte tijd nam hij Deventer, Kampen en Zwolle in. Aan de oostkust van de Zuiderzee veroverde hij Kuinre, Blokzijl, Harderwijk en Elburg.

De vanuit het zuiden oprukkende Fransen namen de bezetting van Harderwijk en Elburg over. Enkhuizen kreeg te maken met vluchtelingenstromen uit het oosten van het land. De kinderen van het burgerweeshuis in Harderwijk werden door het Westfriese stadje opgevangen. De kades en havens van Enkhuizen stonden vol vluchtelingen en goederen uit Overijssel en Gelderland. Er waren te weinig schepen om alle vluchtelingen de Zuiderzee over te laten steken.
Spanning in Enkhuizen
De stad werd in staat van verdediging gebracht. De Enkhuizenaren breidden het aantal vendels soldaten uit. Schepen kregen kanonnen aan boord om kaperschepen van de Duitse bisschoppen op de Zuiderzee uit te schakelen. Men wierp borstweringen op, bouwde muren en zette grofgeschut klaar voor de strijd. Iedereen hielp mee, in twee elkaar afwisselende groepen die een halve dag aan de verdediging van de stad werkten. Wethouders gaven het goede voorbeeld door zich niet een halve dag, maar de hele dag in te zetten. Zelfs ‘allerhande vrouwen’ werkten mee aan het oorlogsklaar maken van Enkhuizen.
Mogelijk hield dit verband met het ‘gejammer der vrouwen’ dat eerder in de stad te horen was geweest. Verscheidene Enkhuizenaren vochten aan het derde front: de zeeoorlog tegen de Engelsen. De vrouwen keken reikhalzend uit naar nieuws over hun geliefden die in een bloedige oorlog met de Engelsen verwikkeld waren. Het donderen van de kanonnen werd in het gewest Holland op de stranden gehoord. Het nieuws ging van stad tot stad, waarna de klokken werden geluid, de huizen gesloten en in de kerken vurig tot God gebeden werd.
Een ketting sloot de haven af. Schepen mochten geen goederen meer vervoeren naar plaatsen die door de vijand waren ingenomen. Op straat werd gewapend gepatrouilleerd. Geweren van inkomende personen en elke ‘langs de straat gaande vreemde’ werden afgenomen. Voor een land dat radeloos, redeloos en reddeloos was, nam Enkhuizen de verdediging voortvarend ter hand.
Succesje op Urk
In deze spannende tijden kwam van Urk een sprankje hoop. Münsterse soldaten hadden gepoogd het eiland te overvallen. ‘Doch in plaatse van buit te maken, wierden zy zelfs tot buit’, noteerde Sebastiaan Centen later in zijn Vervolg der Historie van de vermaarde zee- en koopstad Enkhuizen. De Urkers namen de soldaten van de bisschop gevangen en voerden ze af naar Enkhuizen.

De oorlog was nog in volle gang. Geschiedschrijver Centen vervolgt direct met de overgave van Kampen, Deventer, Zwolle en Utrecht. Deze steden gaven zich ruwweg eind juni 1672 over, waarmee de Urker overwinning ook eind juni 1672 gedateerd kan worden.
Op zee was begin juni de slag bij Solebay gewonnen. Tekenen van hoop in de landoorlog lieten nog even op zich wachten. Stadhouder Johan de Witt zou op 20 augustus met zijn broer Cornelis vermoord worden in Den Haag. Bommen Berend beet zich uiteindelijk stuk op Groningen en moest zich op 28 augustus terugtrekken (het Gronings ontzet). De Franse troepen in steden als Kampen en Harderwijk zouden pas in de loop van 1673 vertrekken. De Urker zelfverdediging was dus een vroeg succes tijdens het Rampjaar.
Bron: Sebastiaan Centen, Vervolg der Historie van de vermaarde zee- en koop-stad Enkhuizen, 1747.
Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Dezelfde bron waarin staat dat Grutte Pier Urk aandoet.
LikeLike
Mooi werk weer, Arjan! Heb t gedeeld.
Op za 20 aug. 2022 om 15:08 schreef A.J. Baarssen – Familiegeschiedenis en
LikeLike