Josephina Maria Tot is de stammoeder van de familie De Wit op Urk. In de familie gaat het verhaal dat ze van Franse afkomst is, mogelijk zelfs van hugenoten afstamt. Een duik in het verborgen verleden van ‘Fiene’.
Mijn beppe Grietje de Wit ging als kind graag even naar haar toe. Ze woonden op een steenworp afstand van elkaar. Grietje op wijk 2 nummer 11, boven de kapperszaak en drogisterij van haar vader Gerrit de Wit. Beppe Fiene de Wit aan Plein 1890, naast het huis van de havenmeester. Haar man Arie de Wit was immers tweede havenmeester van Urk.
Het huis van Fiene stond blijkbaar open. En dat bracht haar in 1916 uiteindelijk voor de rechter. Het was een gezellige avond geweest op Nieuwjaarsdag 1916. Vrienden van haar oudste zoon Gerrit vonden bij Fiene onderdak. Klaas de Boer was er, net als een jongeman met de initialen “A.T.R.”. Tot in de kleine uurtjes werd gedronken, maar om twee uur vond Fiene het welletjes.
Ze verzocht de jongens op te stappen. Klaas de Boer ging, maar “A.T.R.” wilde niet vertrekken. Na wat duw-en-trek-werk werd de jongen toch buiten de deur gezet. “A.T.R.” liet het daar echter niet bij zitten, haalde de luiken voor de ramen weg en kwam via het venster weer naar binnen.
Twee dagen later maakte Fiene “A.T.R.” op straat uit voor “leelijke inbreker”. Dat schoot de jongeman in het verkeerde keelgat, waarop hij Fiene aanklaagde. “Met de knuisten op de heupen kwam ze nu voor”, meldde de rechtbankverslaggever. Zonder omwegen bekende ze de beledigende woorden gesproken te hebben. Niet in de laatste plaats omdat “A.T.R” haar dochter had aangeraakt en ze niet wilde dat zo’n inbreker dat deed. Uiteindelijk werd Fiene veroordeeld en moest ze een gulden boete betalen.
Tot
Fiene was niet de eerste in haar familie die voor de rechter stond. Haar vader, die ze niet gekend had, moest zich ook voor de rechter verantwoorden. De Terschellinger Hendrik Tot trouwde in 1873 met Marijtje Bakker, een Urkerin wier vader sinds zijn derde huwelijk op Terschelling woonde. Hendrik was zeeman, stuurman op grote driemasters als de bark Henriette Christina waarmee hij in 1875 naar Noorwegen voer.

Vroeg in zijn zeemanscarrière stond hij voor de rechter. Aangemonsterd op een schip dat via Cardiff naar Bombay zou varen had hij wel het tekengeld geïncasseerd, maar was nooit meer op het schip verschenen. Aangeklaagd voor desertie werd Hendrik als eenentwintigjarige veroordeeld tot een gevangenisstraf van 65 dagen. Fiene heeft haar vader nooit over zijn jeugdzonde horen vertellen, Hendrik overleed toen Fiene nog geen jaar oud was.
Hendrik was een telg uit de familie Tot, een echt Terschellings geslacht. Hendriks vader Jan was ook zeeman, opa Klaas Tot stookte de vuurboet en was broodbakker in West-Terschelling. Overgrootvader Feijke Tot schopte het tot schepen (wethouder) van West-Terschelling en was zoals veel Terschellingers zeeloods. De naam Tot komt in Nederland alleen op Terschelling voor. De genealoog van de familie suggereert een verband met de Franse achternaam (du) Tot, die in Noord-Frankrijk veel voorkomt.
Leonard
Nog Franser klinkt echter de naam van Hendriks moeder, waar Fiene naar was vernoemd: Josephina Leonard. Ze was een dochter van Jacques François Leonard, een militair. Hij trouwde in 1815 met een Terschellingse, om vervolgens met de noorderzon te vertrekken. Bij het huwelijk van Josephina Leonard en Jan Tot verklaarden verschillende Terschellingers dat ‘volgens het algemeen gerucht’ haar vader Jacques François Leonard naar Oost-Indië was vertrokken en daar direct na zijn aankomst in de slag bij Palembang om het leven was gekomen. In de stambomen van het KNIL, waarin de soldaten van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger werden ingeschreven, is Jacques François niet terug te vinden. Bij Palembang, een stad op Sumatra, voerde het KNIL rond 1820 wel twee expedities uit, waarbij tientallen landgenoten het leven lieten.

Of Jacques François een hugenoot was, is de vraag. In zijn huwelijksakte liet hij vermelden dat zijn ouders afkomstig zijn uit ‘Brabandt’ en Jean François Leonard en Marie Josephine Warrand heten. Voor de hand liggend is dat de familie Leonard uit het Franstalige deel van België afkomstig was. De zoektocht naar een Franse hugenotenvoorouder lijkt (voorlopig) dus te verzanden in de aanname over de achternaam Tot, of een Fransman die een Belg bleek te zijn.
Lämmerhirt
De aardigheid van Fienes stamboom lijkt dan ook niet te schuilen in een Franse, maar in een Duitse tak van de familie. Jacques François Leonard trouwde op Terschelling namelijk niet met een echte Terschellingse, maar de half-Duitse Wilhelmina Lämmerhirt. Haar vader Johann Andreas Lämmerhirt was op onopgehelderde wijze vanuit het Duitse Waltershausen op het Waddeneiland terechtgekomen en was er een carrière als zeeloods begonnen.
Lämmerhirt werd in 1762 gedoopt in de stadskerk van Walterhausen, dat een van de bekendste orgels van Europa herbergt. Tot op de dag van vandaag is het in 1755 voltooide Trost-orgel een van de belangrijkste instrumenten voor de orgelmuziek van Johann Sebastian Bach. De moeder van de eveneens uit Thüringen afkomstige barok-componist heette Maria Elisabeth Lämmerhirt. Inderdaad, waarschijnlijk een heel verre achternicht van Johann Andreas die op Terschelling verzeilde.
Voorlopig geen hugenotenbloed dus. Wel een scheut evangelisch-lutherse kerkmuziek.
Lees ook: de reddingsacties van de man van Josephina Maria
Ontvang nieuwe verhalen direct per e-mail
Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Ik vraag me af hoeveel uren nu in dit onderzoek zitten…
LikeLike
Ha Wim,
Lastig te zeggen. De eerste aantekeningen dateren van zomer 2017.
LikeLike