Bij de ramp van 1883 kwamen 26* Urker mannen en jongens verdronken in de Noordzee, 19 vrouwen werden weduwe, 56 kinderen verloren hun vader. Na de ramp van 1868 werd Urk opnieuw zwaar getroffen. De namen van de omgekomen vissers zijn te lezen op de zwarte platen rond het Vissersmonument. Hans Saarloos uit Oud Beijerland attendeerde me op het ontbreken van de naam van Age Ras. Na onderzoek is vast komen te staan dat Age Ras inderdaad bij de ramp van 1883 is omgekomen, maar bij het Vissersmonument ontbreekt.
Het was rustig weer, die eerste maandag van maart in het jaar 1883. In de nacht van maandag 5 op dinsdag 6 maart verraste echter een noordwesterstorm de Nederlandse vissersvloot. Boven de Waddeneilanden vergingen 17 schepen uit Paessens Moddergat, 83 dorpelingen lieten het leven.
Ga direct naar de samenvatting
Veel vissersschepen zochten een veilig heenkomen in Nieuwediep (Den Helder). In de Noord-Hollandse kustplaats vreesde men voor het lot van 20 Urker vissersschepen. De Urkers visten vijf a zes uur uit de kust en hadden waarschijnlijk niet op tijd een veilige haven weten te bereiken.[1]
Voor een deel van de vissersschepen was dat inderdaad het geval. De bemanning van een loodskotter had in de buurt van Hellevoetsluis een omgeslagen Urker schokker zien drijven. Ook namen ze het omslaan van drie andere vissersschepen waar. Acht Urker schokkers waren wel veilig de haven van Hellevoetsluis binnengevaren. In Ouddorp waren twee Urkers gered van een gestrand vissersvaartuig. Een schip met visserijnummer 34 was verlaten aangetroffen, waarschijnlijk was de bemanning verdronken. [2]
Urk leefde in die dagen tussen hoop en vrees. Een journalist van het Algemeen Handelsblad beschreef de stemming als volgt: ‘Den morgen volgende op dien nacht, was men in Urk bang te moede. Men school zamen en toen men de ouden van dagen, die ’t Nat kenden, schouderophalend en hoofdschuddend in zee zag staren, verstomde de lach der kinderen en ging men naar huis om te bidden’.[3]
De bange vrees van de Urkers werd bewaarheid. Al snel bereikten berichten over omgeslagen vissersschepen en omgekomen mannen het eiland. Burgemeester H. Kagei hield een lijst bij van omgekomen en vermiste vissers. Later zou hij een inzamelingsactie organiseren voor de achtergebleven weduwen.
Age en Abraham Ras
De Handelsblad-journalist noemt in zijn artikel verschillende (maar niet alle) namen van slachtoffers, waarbij hij zich baseert op de bewuste lijst van de burgemeester. Onder anderen noemt hij een vader en zoon die beide de naam A. Ras dragen.
Bij het Urker Vissersmonument staat één A. Ras vermeld, namelijk “ABRAHAM RAS Azn. 37 JR.”. Het gaat hier om Abraham Ras, geboren 18 januari 1846. Zijn vader Age Ras, geboren 25 maart 1818, ontbreekt bij het Vissersmonument. Merkwaardig is dat hij ook in de overlijdensregisters van Urk mist. De goed gedocumenteerde genealogieën van de Werkgroep Genealogie Urk bevatten eveneens geen overlijdensdatum voor Age Ras.
De journalist vermeldt dat vader en zoon Ras op hetzelfde adres wonen. Deze bewering wordt ondersteund door het Urker bevolkingsregister: vader en zoon Ras woonden beide op Wijk 2-29. Verderop in het artikel introduceert de journalist een anonieme schoondochter en schoonmoeder die ook in hetzelfde huis wonen.
Trientje en Iltje
Het ligt voor de hand te veronderstellen dat het hier gaat om Ages vrouw Trientje Bouman en schoondochter Iltje de Vries (Lucia de Vries publiceerde eerder over Iltje). Zoon Abraham (37 jaar) is inmiddels schipper van het familieschip en heeft het vernoemd naar zijn echtgenote: De Vrouwe Iltje.
Abraham is de enige nog levende zoon van Age en Trientje. Samen met Iltje heeft Abraham zes kinderen gekregen, waarvan er vier nog in leven zijn: Jacob (9), Albertje (6), Age (4) en baby Jan van een half jaar oud.
De journalist vermeldt zowel bij zoon A. Ras als bij de anonieme weduwe vier kinderen, waaronder een baby. Ook beschrijft hij dat het oudste kleinkind nog niet oud genoeg is om grootvader te vervangen op het vissersschip. Kleinzoon Jacob was 9, gewoonlijk kwamen jongens vanaf 12 jaar aan boord.
Toen de Handelsblad-journalist begin april het huis van de familie Ras betrad, trof hij aan een grote houten tafel twee intens verdrietige vrouwen aan. Bessien Trientje had een koord om haar voet gebonden, waarmee ze het wiegje van kleine Jan in beweging bracht. Moeder Iltje staarde met gevouwen handen voor zich uit, getooid in de zwarte Urker rouwdracht, de ogen rood gehuild.
Daarna begon ze te vertellen. Abraham was een goede vader en een beste trouwe man geweest. Nooit hadden ze ruzie gehad. Flink hadden ze gespaard, waardoor het vissersschip geheel vernieuwd kon worden. De mannen waren er vol vertrouwen op uit gegaan en ze hadden elkaar g’n nacht gewenst. Nu was goed en bloed ze afgenomen. De zee had ook de lichamen niet terug gegeven. Bessien Trientje kon alleen maar huilen.
Vermoeden van overlijden
Na verlies op zee werd een overlijden in eerste instantie pas geregistreerd na de vondst van een lichaam. Zolang het lichaam niet was aangetroffen, hield men de mogelijkheid open dat de man nog terug zou keren.
Na verloop van enkele jaren kon door de rechtbank een ‘rechtsvermoeden van overlijden’ uitgesproken worden. Hiervoor werden zowel de vermiste man als zijn vrouw opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen. Verscheen de man na herhaalde oproepen niet voor de rechter, dan schreef de rechter een verklaring uit dat hij vermoedelijk was overleden. Een vrouw had een dergelijke rechterlijke verklaring nodig om een nieuw huwelijk aan te gaan.
Voor Abraham werd dit rechtsvermoeden van overlijden in 1887 geregistreerd. Deze rechterlijke uitspraak is terecht gekomen in de overlijdensregisters van Urk. Hierdoor is Abrahams naam ook vermeld in de lange rij van omgekomen Urker vissers bij het Urker vissersmonument. (Lees over de totstandkoming van het Vissersmonument ook het fraaie essay van Marjanne Romkes-Foppen)
Wel omgekomen, niet geregistreerd
Van Age is geen rechtsvermoeden van overlijden geregistreerd, waarschijnlijk omdat zijn vrouw Trientje in maart 1886 overleed. Ze kon dus niet getuigen voor de rechtbank, waardoor Age geen overlijdensakte kreeg. Opmerkelijk is dat het bevolkingsregister van Urk wèl de aantekening bevat van het vermoedelijk overlijden van Age. Door het ontbreken van Ages naam in het overlijdensregister van Urk, kreeg zijn naam echter geen plek op het Urker Vissersmonument.

Hans Saarloos attendeerde me op de eerste oproep aan Age Ras, een advertentie in de Alkmaarse Courant van april 1886.[4] In de Staatscouranten van juli en december zijn de volledige dagvaardingen opgenomen. Deze tonen aan dat de algemene gedachte was dat Age bij de ramp van 1883 was omgekomen: ‘aangezien de gedaagde zich bevond als knecht op de vischschuit genaamd De Vrouw Iltje, varende op het Goereesche Gat, op den zesden Maart 1800 drie en tachtig; aangezien op dien dag een hevige storm woelde, die het schip deed omslaan, hetwelk vervolgens is aan strand gedreven onder Ouddorp; aangezien de gedaagde sedert is vermist en ook zijn lijk niet is gevonden.’.[5]
Conclusie
De oproepen in de Staatscourant, de vermelding in het bevolkingsregister van Urk en de beschrijving van de journalist van het Algemeen Handelsblad wijzen in dezelfde richting: Age Ras, geboren 25 maart 1818, is omgekomen bij de ramp van 1883. Zijn naam ontbreekt nog bij het Vissersmonument op Urk. Ook Age verdient het om herinnerd te worden.
Lees ook: de ramp met het vissersschip UK47 in 1917
Noten:
* Ik hanteer het getal dat de journalist van het Algemeen Handelsblad noemt in zijn artikel van 04-04-1883, op aangeven van burgemeester H. Kagei van Urk.
[1] Algemeen Handelsblad – 07-03-1883
[2] Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant – 08-03-1883
[3] Algemeen Handelsblad – 04-04-1883
[4] Alkmaarsche Courant, 25-04-1886
[5] Nederlandsche Staatscourant, 17-06-1886 en 13-12-1886
Samenvatting:
Bij een noordwesterstorm in 1883 kwamen veel Urker vissers om het leven. Zij worden herdacht bij het Urker Vissersmonument.
Age Ras, geboren 25 maart 1818, mist in de lijst van omgekomen vissers. Van Age is geen officieel ‘rechtsvermoeden van overlijden’ opgenomen in de overlijdensregisters van Urk.
Oproepen om te verschijnen voor de rechtbank, een krantenbericht en een vermelding in het bevolkingsregister tonen aan dat Age wel is omgekomen bij de ramp van 1883.
Ook Age Ras (1818-1883) verdient het om herinnerd te worden.
Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.






