Grote grijpers stortten de laatste kleverige klei in het opspattende water. Op 3 oktober 1939 werd de dijk tussen Urk en Lemmer gesloten: Urk was eiland af. Enkele dagen later liep Hendrikje Woudhuizen van Urk naar Lemmer , de eerste vrouw die deze prestatie op haar naam zette. Ze kreeg er geen oorkonde voor, maar wel een gedicht. Ook zette ze een belangrijke familietraditie voort.
Zuiderzeewerken
Na de stormvloed van 1916 was echt duidelijk dat de Zuiderzee getemd moest worden. Verschillende gebieden rond de Zuiderzee waren overstroomd, er vielen tientallen doden. De Zuiderzeewet voorzag in het afsluiten van de Zuiderzee en het inpolderen van verschillende gebieden.
In 1932 kwam de Afsluitdijk gereed, de dijk van Friesland naar Noord-Holland. De Zuiderzee was afgesloten en kreeg de naam IJsselmeer. Zout werd zoet. Nog voor de afsluiting van de Zuiderzee was in 1927 de Wieringermeer ingepolderd, in de kop van Noord-Holland.
Nu was Urk aan de beurt. In 1936 begonnen de Zuiderzeewerkers met de dijk van Urk naar Lemmer. Die kwam op 3 oktober 1939 gereed.

Hendrikje uit Lemmer
De eerste vrouw die deze dijk wandelende trotseerde was Hendrikje Woudhuizen. Ze was de jongste in het gezin van Obbe Woudhuizen en Grietje Pen uit Lemmer. Vader Obbe werkte als bokkingroker bij de fa. De Rook in Lemmer. Zijn baan in de visverwerking bracht hem in contact met het visserseiland Urk, waar hij elk jaar de zomer doorbracht.
Op Urk leerde Hendrikje de ondernemer Gerrit de Wit kennen. In 1929 trouwden ze. Ze kregen twee kinderen: mijn beppe Grietje de Wit en een zoon die ze Arie noemden.
Ome Jan
In de familie was Hendrikje niet de enige die van uitdagingen hield. Hendrikjes oom Jan Pen, broer van moeder, was een vooraanstaand persoon in Lemmer. Hij maakte deel uit van tientallen besturen en was een van de oprichters van de plaatselijke afdeling van de SDAP. In de visserijwereld was hij een bekende nettenleverancier.
In de strenge winter van 1891 was de mannetjesputter een van de negen Lemsters die met een arrenslee het eiland Urk over het ijs wisten te bereiken. In 1929 herhaalde hij op 74-jarige leeftijd dit kunststukje, zij het nu per auto. In beide gevallen nam de burgemeester van Urk de moeite een oorkonde uit te schrijven.


De race om oorkondes
Tochten van Lemmer naar Urk behoorden dus al tot de uitdagingen voor de mannetjesputters. De pas aangelegde dijk bood nieuwe kansen.
Vlak na het sluiten van de dijk Urk-Lemmer in oktober 1939, meldden Tiesse de Rook, Albert Klijnsma en Tjeerd van der Bijl zich op het raadhuis van Urk. Ze waren de eersten die de tocht over de pas aangelegde dijk van Lemmer naar Urk hadden gemaakt. Ook zij ontvingen van de Urker burgemeester hiervoor een oorkonde. (Hun verhaal en oorkonde zijn te lezen op Spanvis, de site voor de geschiedenis van Lemmer.)
Hendrikje woonde op een steenworp afstand van het Urker raadhuis, op wijk 2-11. In de scheerwinkel van haar man Gerrit werd het voorval uitgebreid besproken. Gerrit schuwde grote woorden niet en gaf aan dat hij met zijn vrouw de uitdaging aan wilde gaan.
De volgende morgen nam Hendrikje met man Gerrit en zwager Machiel de stap op. Over de bonkige klei klauterden ze in zes uur naar Lemmer, de geboortegrond van Hendrikje.
Volgens de krant werden daar familiebezoeken afgelegd. Door hoorde vast een bezoekje aan de inmiddels 84-jarige oom Jan Pen bij.

De ode van Mariap
Voor haar bijzondere prestatie ontving Hemdrikje geen oorkonde van de burgemeester van Lemmer. Dorpsdichteres Mariap van Urk gaf Hendrikje haar eigen oorkonde, in de vorm van een gedicht.
Mariap staat bekend als de dichteres van de drooglegging. Bekend is haar gedicht ‘Vaarwel mijn Zuiderzee’, waarin ze een ode aan de verdwijnende zoute zee brengt. Vanaf 1935 schreef ze wekelijks een gedicht in de lokale krant de Oprechte Urker. Ze is vereeuwigd in het bekende schilderij van H. Mastenbroek, waarin de sluiting van de dijk Urk-Lemmer wordt verbeeld. De enige vrouw op het schilderij is Mariap.
Mariap besloot om niet de heren Gerrit en Machiel de hoofdrol te gunnen, maar zette Hendrikje in de spotlights. Ze portretteerde haar als een dromerige vrouw die nog sterk verbonden was met haar Friese vaderland. Zo sterk, dat ze als eerste Urker vrouw de pas aangelegde dijk trotseerde om haar geboortedorp te bereiken.

Frieslan boppe
Door: Mariap van Urk
Zij zat toch zoo dikwerf te droomen
Op Urk – ter westerkant
Dan liet zij heur blikken dwalen
Naar Friesland, โt Heite-land
Die schoone Friesche kusten
Zoo onbereikbaar verโฆโฆ.
Daar tussen hรจรจl veel water,
Reeds 12 eeuwen her!
Toen heeft zij de dijk zien maken
Zien vorderen, dag op dag
En met verstand van zaken
Gemeten hoe ver het nog lag!
Daar hoort zij van de verbinding
Zoo pas tot stand gebracht
Verrukkelijke verbinding
Die geen vermoeienis acht:
Wij zullen het stuk gaan lรฒรฒpen
(Zij zelfs gevaren tart)
Want, Friesland, Friesland boven
Zingt altijd in haar hart!
Des Zondagmorgens vroeg al
Zijn zij op pad gegaan
En inderdร ร d zij kwamen
Des middags in Lemmer aan
Vervuld nu de vurige hope
De wensch van het gemoed
Ik zou naar Friesland lรฒรฒpen
Ja, lรฒรฒpen als het moet.
Wij zullen die tocht verhalen
Dien tocht naar Lemsterland
Langs ongebaande wegen,
Van keileem, modder, zand.
Voor op Michiel de Ruiter!
Badend in droppelen zweets
De lieve jongen fluit er
Zijn vroolijk wijsje nog steeds
Daarachter โt Urksch โ Friesche vrouwtje
Gij kent toch Gerrit de Wit
Met Henk โ zijn echtgenoote?
Zij was het die vol pit,
Haar lijf en goed gewaagd heeft
Op deze langen weg
Zelfs er niet naar gevraagd heeft
Of โt goed weer was of slecht.
Het gaat over zinkstuk en steenen
Langs onbegaanbaar pad
Edoch, naar Friesland henen
In arren moede half nat
Zeg was je niet reuze blij toen
Je de haven van Lemmer zag?
Een oorkonde zou ik je geven
Wanneer het aan mij slechts lag
De Friesche Burgemeester
Raakt aanstonds in de war
Daar ook twee kleine snaken
Zich waagden โ โt wordt te bar.
Als we allemaal gaan loopen
Om Lemster koffie met koek,
Dan is โt niet meer een nieuwtje
Dat je in de kranten zoekt.
Bekijk: alle foto’s van Hendrikje de Wit-Woudhuizen
Lees ook: Eerste Urkers over de dijk naar Lemmer
Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wat een leuk stukje weer! Ik heb het eens gefietst en dacht dat er geen eind aan kwam….lopend moet het erg lang geduurd hebben. Een uur of 3, als je niet uitrust.
Zou ze echt op zondag zijn gaan lopen?
LikeLike
Ze hebben er toen zo’n zes uren over gedaan. Inderdaad op zondagmorgen. Voor de doorsnee gereformeerde Urker was dat een onmogelijkheid. Voor import-Urkers van hervormde huize lag dat iets anders.
LikeLike