Mijn voorvader Johannes Philippus Beens was molenaar in Vollenhove. Dit verhaaltje vertelt iets over armenzorg in de negentiende eeuw, misbruik van goede trouw, ingrijpen door burgers en flinke straffen.
In januari 1881 klopte iemand aan bij de molen in Vollenhove. Molenaar Beens deed de deur open en zag een man staan. De man lichtte beleefd zijn pet van het hoofd en stelde zich voor als de knecht van de molenaar van Lutten, vlakbij Oldenzaal. Met een droevig gezicht verhaalde hij de ellende die zijn baas was overkomen. De molen van Lutten was afgebrand. De molenaar was niet verzekerd en de knecht ging er nu op uit om aan andere molenaars financiële ondersteuning te vragen.

De burgemeester van Lutten ondersteunde de menslievende onderneming van de molenaarsknecht en voorzag de aanbevelingsbrief van zijn zegel. Op de intekenlijst prijkten reeds vele namen van molenaars uit de provincie Overijssel en Drenthe die allen ingetekend hadden voor f 1,-. Beens, die behoorde tot de meer welgestelde inwoners van het stadje, zette ook zijn naam op de lijst en duwde de molenaarsknecht een gulden in de hand.
Enige tijd later zag de dochter van Beens (in mijn verbeelding altijd mijn voormoeder Willemina) echter een scharenslijper door Vollenhove rijden. Ze herkende de man die zich voorgedaan had als molenaarsknecht en begreep meteen dat haar vader was opgelicht. Meteen bracht ze haar vader op de hoogte, die de hulp inriep van jachtopziener Kuyt.
Gezamenlijk stevenden de mannen op de scharensliep af en voelden hem stevig aan de tand. Als gemeenteraadslid had Beens korte lijntje met de burgemeester. Hij besloot de oplichter af te leveren op het stadhuis. De burgemeester wist na een kort verhoor vast te stellen dat de oplichter de aanbevelingsbrief zelf had geschreven. Het zegel had hij vervalst door een afdruk te maken van een Frans munststukje.
In de wagen van de oplichter werd de intekenlijst aangetroffen. Daarbij viel op dat het bedrag dat molenaar Beens had geschonken was veranderd van f 1,- in f 4,-. De oplichter hoopte dat andere molenaars het gulle voorbeeld van de Vollenhoofse molenaar zouden volgen.
De veldwachter kreeg van de burgemeester bevel de scharensliep over te brengen. naar de gevangenis in Zwolle. De plaatselijke rechtbank veroordeelde de Oldenzaler tot een gevangenisstraf van drie maanden.
Beens kon trots zijn op zijn dochter.
Lees ook: Hendrikje Woudhuizen, de eerste vrouw over de Lemsterdijk
Dit verhaaltje is gebaseerd op onderstaande bronnen:
1. “BINNENLAND. ASSEN, 3 Febr.”. “Provinciale Drentsche en Asser courant”. Assen, 1881/02/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000096760:mpeg21:p002
2. “Arrondissements-rechtbank te Zwolle.”. “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant”. Zwolle, 1881/03/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMHCO01:000173977:mpeg21:p002
3. Uitgelichte afbeelding boven het artikel: Stadsgezicht Vollenhove door Johannes Hermanus Barend Koekkoek, Zuiderzeecollectie.





Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.


1 Comment