Van mijn vier overgrootmoeders dienden er drie bij Joodse gezinnen in Amsterdam. In ieder geval één van hen, Aafje Post, de moeder van m’n bèbe, kwam in Amsterdam in aanraking met het vroege zionisme. Deze beweging streed voor een eigen Joodse staat.
Aafje werd geboren op Oudjaarsdag 1903, als tiende en jongste kind van Gerrit Post en Albertje Visser. Veel Urker meisjes dienden in die tijd vanaf hun twaalfde in gezinnen in Noord-Holland, en later ook in Amsterdam en Den Haag.

Aafje was 16 toen ze in 1920 in Enkhuizen begon met dienen. Ruim een half jaar later verhuisde ze naar Amsterdam. Van 1921 tot 1923 diende ze bij de familie Metz op de Weesperstraat 118. In de Weesperstraat woonden veel Joden, het Nationaal Holocaustmonument zal daarom ook in de Weesperstraat gebouwd worden.

De familie Metz bestond uit vijf personen. Vader Jacob Daniel Metz trouwde in 1907 in Valkenburg met Eugenie Soesman. Ze kregen drie kinderen: Trinetta Elisabeth (1907), Daniel Jacob (1909) en Siegfried Matthijs (1911).
Slager onder rabbinaal toezicht
Jacob Metz was slager. Hij slachtte koosjer onder rabbinaal toezicht. Metz werkte samen met andere Joodse slagers in de Israëlitische Halslagersvereniging ‘Eensgezindheid’. De vereniging publiceerde de vleesprijzen in het Nieuw Israelitisch Weekblad. Een pond (500 gram) gehakt kostte in 1916 bijvoorbeeld f 0,90 (41 eurocent). In 1923 was de prijs gestegen naar f 0,95 (43 eurocent).

Metz adverteerde ook voor zionistische doelen. In 1920 was de slagerij verkooppunt van loten van het ‘Joodsch Nationaal Fonds’. De loten a f 1,- (45 eurocent) boden kans op schilderijen en andere kunstwerken. Het Joods Nationaal Fonds kocht grond aan in Palestina voor Joden die zich daar wilden vestigen.
Een zionistische bijeenkomst
In januari 1921 sprak Chaim Weizmann, die later de eerste Israëlische president zou worden, in het Concertgebouw in Amsterdam. Weizmann was toen president van de Zionistische Wereldorganisatie. De andere spreker was Wladimir Jabotinsky, directeur van het Palestina Opbouwfonds. Onderwerpen van hun spreekbeurten waren ‘Palestina als Joodsch Land’ en ‘De Joodsche Eer’.

Metz verkocht kaartjes voor deze bijeenkomst, waar hij waarschijnlijk ook zelf bij aanwezig was. Het podium van het Concertgebouw was versierd met de kleuren van de Nederlandse, Engelse en zionistische vlaggen. Ook het portret van Theodor Herzl, de grondlegger van de zionistische beweging, ontbrak niet. De sprekers benadrukten de noodzaak van een eigen Joodse staat. Met name in Oost-Europa waren Joden niet veilig. De kansen op een Joodse staat waren sinds de Balfourdeclaration maximaal. De Engelse minister Balfour had immers in 1917 de Joden een thuisland beloofd. De ongeveer 1500 aanwezigen onderbraken de sprekers vaak met staande ovaties. Het enthousiasme voor een eigen staat bleek groot.
Aafje, zomaar een Urker meisje van net 17 jaar oud, moet iets van dit enthousiasme bemerkt hebben in het gezin waar ze diende. Zionisme was voor haar de droom van haar werkgever, een droom die vast ook aan de keukentafel besproken werd.
De Holocaust
De Duitse bezetting zorgde er voor dat de droom van de familie Metz nooit uitkwam. Jacob (67), zijn vrouw Eugenie (67) en hun dochter Trinetta (34) werden op 12 oktober 1942 vergast in Auschwitz. Kort daarvoor waren beide zoons nog in het huwelijk getreden. Zij werden met hun vrouwen ook vergast in Auschwitz.
Lees ook: De vraag van bessien Lumme. Wat gebeurde er met Aron?

Ontdek meer van A.J. Baarssen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
1 Comment