Over de herkomst van Jan Hoogeveen jr.

Een van de bekendste voorouders in de familie Baarssen is Jan Hoogeveen jr. Hij was schoolmeester op Urk en vertrok naar Zuid-Afrika om als onderwijzer de Nederlandse taal levend te houden. In Zuid-Afrika raakte hij betrokken bij de Tweede Boerenoorlog en werd door de Engelsen gevangen genomen. In het concentratiekamp van Mafeking overleed hij aan malaria. Minder bekend is dat Jan een ‘bastaard’ was. Zijn moeder is wel bekend, zijn vader niet. Hoe zat dat, en hoe ging het er verder aan toe in Jans familie? Een kijkje in negentiende-eeuws Zwartsluis.

In de nacht van 31 juli op 1 augustus 1861 was Arend Anthony Hijmer, doctor in de genees-, heel- en verloskunde te Zwartsluis, op zoek naar de ‘Vriendschap’, het schip van Peter de Boer. Peters dochter Jentje liep op alle dagen.

Van wie Jentje zwanger was, is niet bekend. Aan boord van vader kwam ze op verschillende plekken. Zwartsluis aan de Zuiderzee was een belangrijke schakel in de turfhandel. Waarschijnlijk was haar vader turfvaarder, van Drenthe naar Zwartsluis. Of zorgde hij juist voor vervoer van Zwartsluis naar het westen van het land. Jentje kan dus overal zwanger zijn geraakt.

De afwezigheid van een man was niet de enige zorg van Jentje. Ze wist dat een bevalling een hachelijke onderneming was. Jentjes moeder was immers in het kraambed overleden, nota bene bij de geboorte van de nu zwangere Jentje zelf. Jentje Schurink heette de moeder van de nu zwangere Jentje de Boer, die hier in een warme zomernacht in augustus in de roef van een schip op het punt van bevallen stond. Jentje Schurink trouwde op 18 mei 1831 in Zwartsluis met Peter de Boer. Ze kregen meerdere kinderen, van wie Jentje de Boer de laatste was. Haar vader Peter was nooit hertrouwd, en wachtte nu als man alleen zenuwachtig de komst van de dokter af.

Overigens was de buiten-huwelijkse zwangerschap van Jentje de Boer geen unicum in haar familie. Haar opa Filip Schurink, de vader van moeder Jentje Schurink, kreeg op 25 augustus 1809 een zoon Jan bij een zekere Thijsje van Zwolle. Zij hadden zich kort daarvoor, op 8 juli, ingeschreven om te trouwen. Tijdens de geboorte van Jan waren ze nog ongetrouwd en dat zou zo blijven. Op 30 augustus werd Jan nog wel gedoopt, maar spoedig daarna overleed het jongetje. Op 14 september 1809 werd het kind begraven.

Inmiddels was een andere vrouw, Janna Hollander, zwanger van dezelfde nog slechts 22-jarige opa Filip Schurink. Opa Filip en oma Janna kregen op 28 oktober, zes weken na de begrafenis van Jan, toestemming voor hun huwelijk. Dat huwelijk werd, begrijpelijk, voor de rechter gesloten. De verloving met Thijsje van Zwolle moest hiervoor immers verbroken worden. Op 7 maart beviel Janna van een gezonde dochter, die ze Jentje noemden, de moeder dus van de nu in barensnood verkerende Jentje de Boer. Opa Schurink had tweemaal in korte tijd een vrouw zwanger gemaakt, zonder er mee getrouwd te zijn.

In aanwezigheid van dokter Hijmer werd rond twee uur ’s nachts in een schip in de Oude Sluis van Hoogeveen een jongetje geboren. Jentje gaf hem de naam Jan. Jan de Boer dus, want bij gebrek aan een vader droeg hij de naam de naam van zijn moeder. De volgende dag deed de dokter van de geboorte aangifte. Onduidelijk is waarom ze haar vader Peter niet vernoemde.

Hoe Jan de Boer Jan Hoogeveen werd

Jan groeide vermoedelijk op aan boord van opa Peter. Een vrouw alleen kwam zeker in die tijd niet snel aan een woning. Toen Jan bijna zeven was, in mei 1868 was hij getuige van het huwelijk van zijn moeder Jentje met Jan Hoogeveen sr., sluiswachter te Zwartsluis. Bij het huwelijk werd Jan gewettigd. Hij kreeg dus een wettige vader en ging zijn naam dragen. Om zich te onderscheiden van zijn wettige vader ondertekende Jan Hoogeveen dan ook met Jan Hoogeveen jr. In december van hetzelfde jaar werd een broertje geboren, Theunis Albert. Ook dit huwelijk was dus een ‘moetje’. Anderhalf jaar later volgde een zusje, Angenis. Theunis Albert overleed op zesjarige leeftijd. Met zus Angenis hield Jan contact. Zo ging hij bij haar langs in Amsterdam voor hij naar Zuid-Afrika vertrok.

Jan Hoogeveen sr. stelde zijn zoon Jan jr. in staat om te studeren. In oktober 1879 slaagde Jan op achttienjarige leeftijd voor zijn akte hulponderwijzer. In november volgde reeds een benoeming te Hasselt. In 1881 aanvaardde Jan Hoogeveen jr. een benoeming in Vollenhove. Als een braaf schoolmeester trad hij in november van hetzelfde jaar in het huwelijk met de dochter van de plaatselijke molenaar: Willemina Beens. Hun eerste dochter Jentje werd geboren in augustus 1882, maar overleed na drie maanden. Vlak voor hun verhuizing naar Urk, in 1883, werd hun tweede dochter Jentje geboren. Op 1 juni 1886 volgde op Urk Johanna Elisabeth, de moeder van mijn opa Jan Baarssen.

Hoe Jan Hoogeveen sr. het verhaal compleet maakt

In 1887 overleed Jentje de Boer, de moeder van Jan, ruim zesentwintig jaar na de bevalling in het benauwde roefje in Zwartsluis. Sluiswachter Jan Hoogeveen sr. zat nog geen twee jaar zonder vrouw en trouwde in 1889 met de 49-jarige Antje Dijkstra. Ongeveer tegelijkertijd besloot hij zijn carrière als sluiswachter iets te verbreden. Samen met een compagnon, S. Baarda, deponeerde hij een merk bij de Overijsselse Kamer van Koophandel. Hoogeveen en Baarda gingen boter produceren onder rabbinaal toezicht, speciaal voor de Joodse markt.

Of Jan teveel tijd in de boter stak, of boter op zijn hoofd had, is niet bekend. Feit is wel dat hij na zes jaar huwelijk een waarschuwende advertentie plaatste in de Leeuwarder Courant. Dat de advertentie niet verscheen in de Overijsselsche en Zwolsche Courant, gaf al wel aan dat Jan een donkerbruin vermoeden had dat zijn vrouw zich buiten de provinciegrenzen ophield. In de advertentie riep hij op geen leningen of goederen meer te verstrekken aan zijn huisvrouw Antje Dijkstra. Hij zou daarvan niets betalen. Verder riep hij zijn vrouw Antje Dijkstra op om haar verblijfplaats te melden.

ddd_010592339_mpeg21_p008_image
MMHCO01_000078207_mpeg21_p008_image (2)

Antje Dijkstra liet zich door deze publieke vernedering niet uit het veld slaan. Ze plaatste een advertentie waarin ze duidelijk maakte dat Jan Hoogeveen best wist waar haar huidige verblijfplaats was, namelijk bij Sjoerd Baarda te Sneek. Vandaar dus de advertentie in een Friese krant. Met de boterhandel met compagnon Baarda zal het daarna wel niet veel meer geworden zijn, en met het huwelijk ook niet. In oktober 1896 werd voor de rechtbank te Zwolle de scheiding uitgesproken tussen Jan Hoogeveen sr. en Antje Dijkstra. De officiële registratie volgende op 21 november te Zwartsluis.

Of Jan Hoogeveen jr. veel meekreeg van de huwelijksperikelen van zijn vader is niet bekend. Hij zat veilig op het eiland Urk, waar hij en Willemien nog enkele kinderen kregen: Jan (1888), Angenis (1891), Karsje (1894, overleed na vier weken) Karsje (1895) en Johannes Phillipus (1897).

De oude Jan Hoogeveen sr. trouwde op 12 december 1896, dus nog geen maand na de officiële registratie van de scheiding met Antje Dijkstra, met de 17-jarige Johanna Engelina Hollander. Dat moest ook wel, want op 7 november was hun zoon Theunis Albert geboren. De 56-jarige Jan Hoogeveen sr. kreeg nog vier kinderen bij Johanna Engelina: Margje (1898), Roelof (1900), Aaltje Christina Wilhelmina (1902) en Herman (1904).

Zijn gewettigde zoon Jan Hoogeveen jr. overleed in januari 1901 in het concentratiekamp Mafeking.

Lees ook: het mysterie van de erfenis van Friese Boutjen


Ontdek meer van A.J. Baarssen

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Plaats een reactie